De geschiedenis van 's werelds grootste sledehondenrace

The Iditarod race

De belangrijkste gebeurtenis op het gebied van sledehonden vond plaats in Alaska in 1925.


Het was de serum race van Anchorage naar Nome, die Alaska, de sledehonden en de mushers tot wereldnieuws maakte.


Epidemie
In januari 1925 brak er een difterie epidemie uit in Nome en omgeving, aan de westkust van Alaska. Helaas waren echter in Nome bij lange na niet genoeg medicijnen

Libby Riddles
aan de start

beschikbaar om alle volwassenen en kinderen te helpen de ziekte te overwinnen en daarom werd er een noodoproep gedaan naar alle ziekenhuizen in de grote steden van Alaska met de vraag of zij genoeg medicatie hadden om de mensen uit Nome te helpen.
In Anchorage was gelukkig voldoende serum aanwezig. Na een lang en moeilijk overleg over hoe het serum vervoerd zou gaan worden naar Nome onder deze barre winterse omstandigheden, dwars door de binnenlanden van Alaska, werd besloten het serum gedeeltelijk te vervoeren per trein en daarna verder met sledehondenteams. In de wintermaanden werd de Iditarod trail naar Nome vooral gebruikt om post en goederen te vervoeren door de binnenlanden van Alaska. Van deze trail was erg veel gebruik gemaakt in de tijd van de goldrush van 1880 tot 1920. De slede was in die tijd het enige transportmiddel in de winter naar Nome.

Hondenslee
Het eerste traject van het serumvervoer ging per trein van Anchorage naar Nenana. Vanaf Nenana stonden in de diverse dorpen mushers (sledehonden-menners) klaar met hun sledehondenteams om het serum steeds verder en verder door het onbegaanbare binnenland van Alaska te vervoeren. Het werd een ijzige tocht en een soms bijna onmogelijke opgave.

DeeDee Jonrowe

Maar keer op keer stonden weer op de afgesproken plaatsen langs de trail mushers te wachten met frisse en fitte honden om weer een stuk onbegaanbaarheid op zich te nemen om het levensreddende serum naar Nome te vervoeren. De weersomstandigheden waren extreem slecht. In twintig jaar was het niet zo koud geweest en de meeste mushers, amper twintig of zelfs net achttien jaar oud, hadden nog nooit zulk weer meegemaakt: sneeuwstormen, white outs en ijzige koude.
Twintig mushers en hun sledehondenteams lukten het om het zeer waardevolle pakketje met levensreddend serum, over de 1085 kilometer, naar Nome te brengen in een recordtijd van 127 uur en dertig minuten (5,5 dag). Een niet te evenaren prestatie!

De laatste grote race ter wereld
Als eerbetoon aan de Alaskaanse pioniers, die de afgelegen gebieden met elkaar hadden verbonden en ter nagedachtenis aan de meest heldhaftige sledehondenrace in de geschiedenis werd in 1973 voor het eerst de Iditarod Sleddog Race gehouden. De tocht over bijna 2000 kilometer van Anchorage naar Nome kent twee routes: er is een noordelijke route, deze wordt gelopen in de even jaren en de zuidelijke route wordt gelopen in de oneven jaren.

Susan Butcher

De zuidelijke route is langer dan de noordelijke route.
Na een ceremoniële start en het traject van Anchorage naar Eagle River, begint de race pas echt na de restart in Wasilla. De plaats Willow wordt gebruikt voor de restart, als er geen sneeuw ligt in Wasilla.
De Iditarod staat bekend als "De laatste grote race ter wereld". De start is altijd in het eerste weekend van maart. De race gaat van Anchorage naar Nome.
Niet alleen is de lengte van het af te leggen traject een uitdaging, maar vooral ook de kou, een windchill van -75 ºC is niet vreemd. Ook het soms variabele weer, zoals sneeuwstormen, te veel sneeuw, te weinig sneeuw of slechte condities van de trail spelen een rol,

Mary Shields

zoals bijvoorbeeld bij rivieren waar het ijs weg is of zeeijs dat afbreekt.
Allemaal factoren waardoor de mushers het erg moeilijk kunnen krijgen. The Iditarod is een uitdaging waarin 's werelds snelste honden en mushers het opnemen tegen elkaar op het gebied van behendigheid, snelheid en uithoudingsvermogen.

Sterke vrouwen
In Alaska zijn de winnaars van de Iditarod race echte helden. Het zijn trouwens niet alleen mannen die winnen, Libby Riddles won in 1985 als eerste vrouw de grote race.
Susan Butcher domineerde in de jaren daarop de race met drie jaren achtereen de eerste plaats en daarna nogmaals een overwinning in 1990.
Mary Shields deed als eerste vrouw mee aan de Iditarod Trail Race in 1974, ze eindigde als 23e.
Libby Riddles doet tegenwoordig niet meer mee aan de Iditarod.
Susan Butcher overleed helaas in 2006 aan de gevolgen van leukemie.
Maar er zijn nog steeds sterke vrouwen aan het Iditarod front zoals bijvoorbeeld DeeDee Jonrowe en Karen Ramstead en hopelijk is er weer een sterke generatie vrouwelijke mushers op komst.

Winnaars van de Iditarod:


Libby Riddles

 klik hier voor haar filmpje uit 1985
Libby bereikte na een zeer zware tocht de eerste plaats in 1985,
in de tijd van 18 dagen 00:20:17



Susan Butcher
klik hier voor haar filmpje
Susan won, als enige vrouw de Iditarodrace vier keer en wel in:
1986 : 11 dagen 15:06:00
1987 : 11 dagen 02:05:13
1988 : 11 dagen 11:41:40
1990 : 11 dagen 01:53:23

DeeDee Jonrowe
DeeDee haalde helaas tot op heden niet de eerste plaats, maar wel een aantal keer een geweldige tweede plaats!
Zij doet al meer dan 20 jaar mee aan de Iditarod! — filmpjes hieronder:
DeeDee Jonrowe start 2009
DeeDee Jonrowe passeert Club Flamingo 2009

Kijktip over the Iditarod:
Er is een goede documentaire gemaakt door Discovery Channel over de deelnemers en de race. Heel af en toe wordt deze herhaald en is zeker de moeite van het kijken waard!
Ook op youtube te zien: Toughest Race on Earth: Iditarod
______________________________________________




Balto en de serumrace
Balto was de leaddog van een van de levensreddende sledehondenteams in de serumrace van Nenana naar Nome in Alaska.
In het Central Park in New York, om precies te zijn aan East 67th Street, staat een beeld dat is gemaakt ter nagedachtenis aan de dappere sledehonden van de serumrace in Alaska van 1925.

Beeld
Het beeld van Balto staat symbool voor al deze hardwerkende sledehonden.
De inscriptie bij het beeld luidt:
"Dedicated to the indomitable spirit of the sleddogs that relayed antitoxine six hundred miles over rough ice, across treacherous waters, through arctic blizzards from Nenana to the relief of stricken Nome in the winter of 1925.
Endurance. Fidelity. Intelligence”:

“Gewijd aan de onoverwinnelijke geest van de sledehonden die elkaar aflosten bij het zeshonderd mijl-lange transport van antitoxine over ruw ijs, over verraderlijke wateren, door poolstormen, van Nenana tot redding van het zwaarbeproefde Nome in de winter van 1925. Doorzettingsvermogen. Trouw. Intelligentie".

Nome, 1925
De enorme werkcapaciteiten, de betrouwbaarheid en de grote “will to please”, eigenschappen toebehorende aan de sledehond, kregen wereldwijde aandacht in 1925, door de grote sledehondenrace, die gehouden werd in de strijd tegen de difterie in het stadje Nome aan de westkust van Alaska.
Het verhaal begon op een dag in midden januari, toen dr. Curtis Welch, de enige arts in Nome, een geval van difterie ontdekte.

Alaska, 1925

In Nome was het goud in 1925 grotendeels gedolven en de meeste gouddelvers en avonturiers waren alweer verder Alaska in getrokken. Er leefden nog zo ongeveer 2000 mensen in Nome. De meesten van hen waren natives en juist hun levens liepen gevaar bij deze gebeurtenis.
Dr. Curtis verzond onmiddellijk een telegram met een bijna wanhopige vraag om hulp. Zijn voorraad difterieserum was angstwekkend klein en Nome vormde het medisch centrum van een uitgestrekt district met ca.11.000 natives, die gevaarlijk ontvankelijk waren voor wat zij de "Zwarte Dood" noemden.

Vliegtuigjes
Er was voldoende serum in Anchorage, maar hóe kreeg je dat vlug en veilig naar Nome?
Er waren in die tijd twee tweedekker vliegtuigjes met open cockpit in Alaska en natuurlijk wilden de vliegers proberen het serum te brengen. Het zou een bovenmenselijke daad zijn en waarschijnlijk zou het de technische mogelijkheden van de vliegtuigen van toendertijd verre te boven zijn gegaan. De koude was bijtend, het weer aller-ellendigst en er waren in midden januari maar 2 of 3 uren daglicht. Als het vliegtuig zou neerstorten, zou het enige serum in Alaska verloren gaan.
Over andere mogelijkheden werd uitputtend gediscussieerd, totdat gouverneur Scott Bone besloot dat de risico's van vliegen te groot bleken.

Seppala's kennels

Sledehonden
Als enige oplossing bleef over dat het serum vervoerd zou moeten worden met sledehondenteams.
Ongeveer 20 Eskimo's, indianen en blanke mushers zetten hun levens en dat van hun honden op het spel om het geïsoleerde, door difterie geteisterde stadje Nome het levensreddende serum te brengen.
De race nam één week in beslag. Van 27 januari tot 2 februari 1925, werd de grootste wedloop in de geschiedenis van de sledehond gelopen.
Gestart werd bij het “end of the steel”, het eindpunt van de Alaska Railroad, in Nenana, 225 mijl ten noorden van Anchorage. De mushers vervoerden het pakje van 9 kg. difterieserum over een trail die gewoonlijk 25 dagen reizen kostte en die ooit al eens eerder in 15 dagen was gelopen.
De trail van Nenana naar Nome voerde 1042 kilometer door het meest onherbergzame, eenzaamste gebied van de wereld. In het midden van de winter schommelden de temperaturen tussen 28,3 en 46,2 graden Celsius graden beneden het vriespunt en de meeste tijd was het aardedonker.

Balto

Draadloze berichten gingen over en weer over de toendra tussen Nenana en Nome.
Langs deze route hielden hondenteams en mushers zich klaar voor vertrek op tussenstations.
De Alaska Railroad stuurde een speciale trein naar het einde van de lijn in Nenana met het kleine pakje serum aan boord.

De race tegen de klok
In Nenana wachtte William "Wild Bill" Shannon, de U.S. postmusher van de Northern Commercial Company.
Op de 27e januari vertrok hij laat naar Tolovana, 83,7 kilometer in noordwestelijke richting met een team van 9 Malamutes, hetgeen voor die dagen een groot werkteam was. De thermometer van het station wees min 32,2 ºC aan. Het pakje met serum werd in dekens gewikkeld om het tegen de schadelijke kou te beschermen.
Omstreeks 12 uur op de 28e gaf Shannon het serum over
aan Dan Green in Tolovana. Green racete met zijn 8 honden de 50 km. naar Manley Hot Springs, weer met temperaturen van min 34,4 ºC en windsnelheden van zo'n 32 km per uur, een afkoelingsfactor van 52º voor Green en z'n honden.
In Manley Hot Springs nam de Athabascan Indian Johnny Folger het van hem over; deze liep 45 kilometer, naar Fesh Lake, met een team van 8 honden en nog steeds bij een temperatuur van -34 graden.
Van Fish Lake naar Tanana werd het serum vervoerd door Sam Joseph met de verbazende gemiddelde snelheid van 14,5 km per uur. De temperatuur daalde.
Van Tanana naar Kallands, een afstand van 54,7 kilometer, mushde Titus Nicholi zijn honden door weer van -40 ºC. Daar nam Dave Corning het van hem over bij een temperatuur van -41,1 graden; hij bereikte een gemiddelde snelheid van 12,8 km per uur over de 38,6 kilometer tussen Kallands en de Nine Mile Posthut. Daar werd hij opgewacht door Edgar Kalland, die met zijn zeven honden naar Kokrines racete, 48 km verderop, bij een temperatuur die nu -42,2 ºC bedroeg.
Van Kokrines naar Ruby, nog eens 48 km, worstelde Harry Pitka door een witte sneeuwjacht bij 43,9 beneden nul. Hij slaagde erin het ongelofelijke gemiddelde van 14,5 km per uur te behalen.
In Ruby nam Bill McCartney het pakje over en hij rende met zijn zeven honden de 45 kilometer naar Whiskey Creek in iets warmer wordend weer: -41,7 ºC.
Vanaf Whiskey Creek, zeven uur 's nachts, ging Edgar Nollner verder bij -40 ºC: 38,6 km naar Galena, met 7 honden.
Edgar's broer, George Nollner, bracht het serum 29 kilometer verder, van Galena naar Bishop Mountain, met dezelfde zeven honden. De honden van de Nollners draafden de gehele afstand van 67,6 kilometer, voor een galop was het te donker.

"Erg koud"
Bij Bishop Mountain begon de 22-jarige Athabascan Indian Charlie Evans met een team van negen honden de tocht naar Nulato, 48,3 km verderop. De temperatuur daalde tot 46,2 graden beneden het nulpunt en voor Evans werd de tocht een nachtmerrie. Hij had geen huiden van konijnen bij zich om de kwetsbare buikholte van zijn honden te beschermen en twee van hen begonnen te bevriezen, zelfs tijdens het rennen. Nadat hij de kreupele husky’s op zijn slede geladen had, vervolgde Evans z'n weg. Hij rende vóór de slede uit, trekkend aan de riemen, in een poging om de resterende zeven honden te helpen. Vijf uur na zijn vertrek uit Bishop Mountain kwam hij in Nulato aan. Het was vier uur in de morgen en hij was alleen nog maar in staat om zijn zieke honden de hut binnen te dragen en naast de kachel in elkaar te zakken. "Het was erg koud", zei Charlie Evans, zich 50 jaar later de gebeurtenis herinnerend.
Tommy Patsy laadde het serum van Evans' slede over op de zijne en vertrok snel in de richting van Kaltag, 58 km verderop. Het kostte hem 3,5 uur om deze afstand in de duisternis af te leggen, z'n honden aanmoedigend bij een temperatuur van 40,2 graden onder nul. Hij kwam er aan op vrijdagmiddag, 30 januari. In minder dan 3 dagen hadden 13 hondenteams 607 kilometer afgelegd. Ze waren iets méér dan halverwege Nome. Bij Kaltag verliet de trail het dal van de Yukon en leidde over de bergen naar de kust. In de bergen werd het weer slechter.
De Athabascan rivierloods Jackscrew nam het serum bij Kaltag over en vloekte z'n weg door een verblindende sneeuwstorm naar de Old Woman schuilhut, een afstand van 64,5 kilometer bij een temperatuur van -32,2 ºC.
Daar werd hij verwelkomd door de Inuit Victor Anagick, die vertrok in jachtende, wervelende sneeuw naar Unalakleet, 54,7 km verder op Norton Sound.
In Unalakleet wachtte er een andere Inuit, Myles Gonangnan, die met het serum vertrok naar Shaktoolik. Hij moest de gehele 64,5 kilometer een trail banen voor zijn 8 honden door sneeuwruggen die hem tot z'n middel reikten. Zij reisden door één van de ergste sneeuwstormen sinds mensenheugenis. Het lukte hem binnen twaalf uur en hij zakte uitgeput en bevroren in elkaar... maar het serum kon veilig mee op de volgende slede.

Rendieren
Harry Ivanoff startte toen naar Golovin. Na een halve mijl op de trail snoof het team rendiergeur op en er ontstond een onbeschrijfelijke chaos. Terwijl hij vocht om zijn team weer in orde te krijgen, keek hij op: Leonard Seppala en zijn team wedstrijd-siberians —de enige in de wijde omtrek— kwam over de trail aansnellen. Klaarblijkelijk had de sneeuwstorm de verbindingen verbroken en in Nome werd gedacht dat er geen vervangingsteam in Shaktoolik was. Dus had Seppala zijn team ruim 240 km, vanaf Nome, gemushed om het kostbare pakketje te kunnen oppikken. Ivanoff gaf hem het serum en Seppala koos de kortste terugweg over Norton Sound, een route die gewoonlijk door mushers werd vermeden. De harde wind dreef het zeewater over het ijs, dat ieder moment zou kunnen breken, waardoor Seppala en zijn honden naar de Beringzee zouden kunnen drijven.
Seppala met Togo

Maar Seppala, die op dezelfde dag al eens met succes die overtocht had gemaakt en die groot vertrouwen in z'n snelle honden had, dacht dat hij, met wat geluk, de oversteek naar Golovin zou halen en daarmee uren, zelfs dagen zou winnen. Bij stijgende temperaturen, die het ijs alleen nog maar gevaarlijker maakten, vertrok Seppala met hoge snelheid naar Golovin, 146,5 kilometer westwaarts, via de route over de Sound. De kleine Noor en zijn leaddog Togo liepen die dag 135,2 kilometer. Dertig van deze kilometers voerden over het kruiende, beukende, brekende zeeijs. Maar Togo, de held van menige sledehondenwedstrijd en veteraan op de trails, kende de gevaren. Hij bezat ook de geheimzinnige gave om de wensen van Seppala al uit te voeren vóórdat Seppala een commando gaf. Togo leidde de kwetsbare stoet van slede, honden en musher, zo snel als hij kon over de massieve opeenstapeling van scherpe, kreunende ijsschotsen. Laat op zaterdagavond bereikten zij Isaac Point, aan de andere kant. Daar stopte Seppala om zijn honden te voeren en om hun rauwe, gespleten voetzolen te verzorgen. Hij vertrok de volgende morgen in de sneeuwstorm en ontmoette tegen het midden van de middag Charlie Olson bij Golovin. Er moest nog 129 kilometer worden afgelegd.
Om 3 uur vertrok Charlie Olson voor de 40 km. lange tocht naar Bluff. Hij vocht zich 'n weg door de sneeuwstorm, terwijl hij en z'n team van zeven honden keer-op-keer van de trail werden geblazen door winden met een snelheid van 80,5 km per uur. De thermometer wees min 43,4 aan, Olson's handen bevroren, zijn honden bevroren en struikelden, maar de gehele nacht vochten zij door. Omdat zijn blik werd verblind door de woedende sneeuwstorm, moest Olson erop vertrouwen dat zijn leaddog op de trail bleef. Om half acht 's morgens, slechts vier uur en vijftien minuten na zijn vertrek uit Golovin, bereikte hij Bluff en gaf het serum over aan Gunnar Kaason.

Gunnar Kaason
en zijn hondenteam

Kaason rende de resterende 88,5 kilometer naar Nome met 15 honden in harnas, op weg naar roem en eer. Ergens op de trail liep hij de volgende musher, Ed Rohn, voorbij, die in Safety stond te wachten om het serum mee te nemen op het laatste traject naar Nome. "Hij ging 'm wèl expres voorbij", monkelde de oudgedienden later. Maar Kaason, die Bluff om tien uur had verlaten, in complete duisternis en in een sneeuwstorm die voortjoeg op winden met snelheden van 128 km per uur, had geen herkenningspunten en hij kon daardoor gemakkelijk de blokhut voorbijgereden zijn. Hoewel hij gekleed was in mukluks van zeehondenhuid die tot aan z'n heupen reikten, in een broek van zeehondenbont, een parka van rendierbont met daarover nog een windjack, voelde Kaason nog steeds de bijtende wind.

Blindelings...
Twee van zijn honden, langharige oude rotten op de trail, begonnen onder het weer te bezwijken en Kaason moest stoppen om ze de huiden aan te gespen. De slee kantelde voortdurend in de zachte sneeuw; hij kon niets zien en hij wist werkelijk niet waar hij zich bevond. Er was maar één manier voor Kaason om in leven te blijven en het serum veilig door de storm te krijgen: door de richting van het team blindelings over te laten aan de leaddog, Balto.

Gunnar Kaason met Balto

Balto, één van Seppala's Siberians, was een krachtige, ervaren leider, maar Seppala had hem op deze tocht niet meegenomen omdat de zes jaar oude hond niet meer zo snel was als vroeger. Kaason had echter behoefte aan de leiderskwaliteiten en leende Balto uit Seppala's kennel. Toen de leiding volledig aan hem werd toevertrouwd in de erbarmelijkste weersomstandigheden, snuffelde en tastte Balto zich met lage neus over de begraven, onzichtbare trail. Het enige dat Kaason restte, was vertrouwen op de instincten en ervaring van de hond.

Succes
Het succes van de inspanningen van meer dan 150 andere sledehonden en 19 andere mushers hingen nu nog uitsluitend af van Balto. De levens van tientallen, misschien wel honderden Alaskanen hingen af van de dappere kleine sledehond en zijn team. In de traditie van de grote leidershonden leidde Balto het team en het serum regelrecht naar Nome, de oren plat tegen zijn kop gedrukt, de gevoelige neus zoekend naar de trail.
Ze kwamen half zes in de ochtend aan in Nome.
Het licht in de dokterskamer van het kleine zieknhuis in Nome ging gelijk aan bij het horen van het blaffen en huilen van Kaasons honden…
Het serum was gearriveerd.

Geen prijs
Voor deze race waren geen prijzengelden. Gunnar Kaason en Leonhard Seppela gingen strijken met de eer voor deze race tegen een dreigende difterie-epidemie en verzekerden zich daarmee van een plaats in de geschiedenisboekjes. Kaason's team was het laatste in deze estafette en Seppela legde de grootste afstand af.

Weinig erkenning
De Eskimo's, de indianen en de postmushers die het grootste deel van de trail aflegden in de ergste stormen en in de bijtendste kou, werden nauwelijks genoemd in de verslagen die destijds over deze gebeurtenis verschenen.
Deze mannen, die tot de dappersten behoorden die het Noorden ooit heeft gekend, werden officieel bedankt met een medaille en een oorkonde getekend door president Coolidge, maar door de kranten en de radio werden ze grotendeels over het hoofd gezien.

Slechts weinigen herinneren zich dat het vooral de inlandse mushers waren die zulke onbaatzuchtige offers brachten. De regering had 50 (dollar)cent per mijl aangeboden bij deze gelegenheid, maar de mushers gingen op hun sleden staan zonder aan betaling te denken: de nood in Nome was hun enige drijfveer.

Gunnar Kaason met Balto
Kijktip
op youtube: Four Legged Heroes: Togo & Balto
________________________________________



Boeken
_____________________________

1. De ijzige tocht
Gay en Laney Salisbury, twee nichtjes uit New York schreven het boek "De ijzige tocht", het verhaal over de serumrace met sledehondenteams in Alaska ten tijde van de difterie epidemie in Nome en omgeving in 1925.

Central Park, New York
Opgegroeid in New York zijn Gay en Laney al jong vertrouwd met het standbeeld van Balto in Central Park. Net als alle andere kinderen uit New York vonden zij het heerlijk boven op het standbeeld van Balto te klimmen, als zij in het Central Park aan het spelen waren. Zij kenden alle verhalen over Balto...
Het idee om het boek "De IJzige tocht" te schrijven kwam toen beide dames in The New York Times een uitgebreid overlijdensbericht lazen van Edgar Nollner. Hij overleed in januari 1999 en was de laatste nog in leven zijnde musher die deelnam aan de serumrace in 1925.

Waar gebeurd
Het heroïsche, waar gebeurde verhaal van hond en mens in een race tegen een epidemie.
Nome, Alaska, ligt aan de rand van de Beringzee, twee graden onder de poolcirkel. In december 1924 ontdekt dokter Curtis Welch een toenemend aantal gevallen van difterie onder de bevolking.
Hij maakt zich grote zorgen, want er is snel extra serum nodig, maar de haven is dichtgevroren en het dichtstbijzijnde station ligt op ruim 1000 kilometer reizen over de bergen, rivieren en grimmige ijsvlakten. Sneeuwstormen zijn niet van de lucht en vliegtuigen kunnen de extreme weersomstandigheden niet aan. De enige kans op overleving ligt bij de sledehonden en hun mushers (sledehonden-menners).
Een race tegen de klok begint. Vanaf het treinstation, waar de musher van het eerste sledehondenteam het vaccin in ontvangst neemt, begint de reis naar Nome.
Zowel het weer als het landschap zijn extreem, paden of wegen zijn er niet, ijsschotsen breken plotseling af, sneeuwstormen razen en de temperatuur daalt tot ver beneden nul. Slechts een enkeling bezit de moed en het doorzettingsvermogen om de reis te volbrengen...

De IJzige Tocht is het volledige verhaal van de mensen die de strijd aandurfden en hun leven en dat van hun honden in de waagschaal stelden om een dorp in nood te redden.

Het boek de IJzige tocht is helaas niet meer verkrijgbaar
in de (web)winkels en slechts sporadisch 2e hands verkrijgbaar.
______________________________________________

2. Storm run
Libby Riddles groeide thuis op tussen katten en honden en toonde al jong een grote interesse in dieren en de natuur. Ze wist al wat ze wilde met haar leven toen ze amper vijf jaar oud was: ze wilde een leven omringd door veel dieren, het liefste in de wildernis.

Bezorgde ouders
De ouders van Libby waren bezorgd om Libby met al haar ideeën en plannen, maar konden niet om haar vastberadenheid heen. Libby's wens bracht haar uiteindelijk op haar achttiende naar Alaska. Geholpen door vrienden, maar toch jong en onervaren, begon zij aan een leven in de bush. Zij ging wonen in de bergen ten noordoosten van Anchorage, bouwde haar eigen blokhut, haalde hout uit de omgeving voor haar kachel, droeg water uit de bergriviertjes naar de hut en at moose vlees.

Sledehonden
In 1973 kwam Libby tijdens het boodschappen doen terecht in een menigte, die stond te kijken naar de Open World Championship Sled Dog Race. Vanaf dat moment werd Libby verliefd op sledehonden en het werken met deze fantastische honden.
Het bracht haar uiteindelijk: de Iditarod!

Iditarod
In 2002 verscheen het kinderboek "Storm Run" van de hand van Libby Riddles. Geïllustreerd door Shannon Cartwright, met leuke foto's uit Libby's eigen archief maakt het boek zich tot een feest voor de ogen!
In bijna vijftig pagina's beschrijft Libby op een heel prettig leesbare en interessante manier haar jeugd, haar liefde voor de dieren en de natuur, maar vooral haar barre Iditarod tocht in 1985. Je voelt echt met haar mee in de vreselijke sneeuwstormen, die haar treffen tijdens haar race, waarin ze zich een weg baant door ijzige kou met temperaturen van min 60. Je begrijpt haar angst en zorgen en leeft mee met alle triomfen na haar uiteindelijke overwinning.

Als kinderboek over de Iditarod een absolute aanrader... maar ook zeker de moeite waard voor de volwassen liefhebber van kinderboeken!
Het boek is te verkrijgen bij Bol.com, ISBN nummer1-57061-298-6 en kost €14,99; als paperback €11.
Let op: het boekje is engelstalig.
______________________________________________





— copyright © 2007-2022 Siberian Spirit — Alkmaar, Noord-Holland, Nederland —